Middeleeuwse magie in de klas
In hun les ‘Archeoloog in de klas’ nemen stadsarcheologen Maarten van Dijk en Sanne Beumer leerlingen mee op ontdekkingsreis door de geschiedenis. Via middeleeuwse eettafels en kapotte spaarvarkens laten ze leerlingen zien én voelen welke schatten er letterlijk onder onze voeten liggen.
Een man of vrouw met helm, geel hesje aan, die in een met hekken afgezet gebiedje druk in de weer is met een klein kwastje. Dat is het stereotype beeld dat veel mensen hebben van de archeoloog aan het werk. ‘Leerlingen zijn daarom vaak het meest verbaasd om te horen dat een opgraving gewoon begint met een moderne graafmachine,’ vertelt Maarten van Dijk, stadsarcheoloog bij het Centrum voor Archeologie. Samen met zijn collega Sanne Beumer verzorgt hij de les Archeoloog in de klas.
Gewapend met een verzameling bijzondere gevonden voorwerpen komen Maarten en Sanne de klas in om te vertellen over hun vak. En ontsluiten ze de geschiedenis die achter de voorwerpen schuilt. Maarten: ‘Juist vanwege die verhalen moeten we zuinig zijn op ons bodemarchief. Wanneer je een bouwput uitgraaft, zonder eerst archeologisch onderzoek te doen, dan ben je alles wat daar ligt ook echt kwijt en daarmee ook een stuk geschiedenis. In onze les ontdekken leerlingen dat er zoiets als een bodemarchief bestaat en hoe waardevol dat is.’
Bier uit kannen
‘Tijdens de introductie van de les vragen we altijd aan leerlingen wat ze al weten van archeologie,’ vertelt Maarten. ‘Meestal is dat al best veel, dus dat gedeelte gaat snel. Daarna halen we onze voorwerpen tevoorschijn en dekken we een middeleeuwse eettafel. Voor kinderen is dat direct herkenbaar: ze helpen immers thuis ook met tafel dekken. Van daaruit komen de verhalen makkelijk los: borden zien er anders uit en bier dronk men niet uit glazen, maar bekers van aardewerk of hout. Ook vertellen we over de eetgewoonten van toen en hoe men omging met hygiëne. Zo was het heel gewoon om met de handen te eten, maar waren daar wel bepaalde regels voor.’
Na ‘de maaltijd’ komen Maarten en Sanne met nog meer andere bijzondere voorwerpen. Maarten: ‘Lanspunten (een speerpunt van ijzer) of dolken leiden vaak tot veel enthousiasme, vooral bij de jongens.’ Maar ook het middeleeuwse spaarvarken komt op tafel: ‘Dit zijn vondsten die we eerst hebben moeten lijmen omdat we ze in scherven hebben terug gevonden en het verhaal daarachter vinden ze altijd erg grappig: de spaarvarkens hadden namelijk geen opening met dop, dus moest men het ding kapot slaan om bij het geld te kunnen.’
Helm of flessenopener?
Een ander onderdeel van de les is dat leerlingen mogen raden wat een voorwerp is. Maarten: ‘Erg leuk, want wij als archeologen wisten na de vondst ook heel lang niet wat het was. Op die manier nemen we ze mee in ons eigen proces. Zo hebben we bijvoorbeeld een neusklep van een middeleeuwse helm. Door de vorm denken kinderen vaak dat het een flesopener is waarmee je een kroonkurk kunt openen. Wanneer ik dan zeg wat het is, valt het kwartje. Dan herinneren ze het van een tekenfilm.’
Het hoogtepunt van de les speelt zich af aan het einde: ‘Dan mogen ze in groepjes naar voren komen en de voorwerpen in hun handen houden. Iets wat in musea nooit mag. Soms zijn het voorwerpen van zo’n 700 of 800 jaar oud: als je ze dan vertelt dat iemand dit zo lang geleden heeft gebruikt, dan vinden ze dat wel echt magisch. Helemaal als het gaat over voorwerpen uit de directe omgeving van de school: ze kennen het principe van de archeologie, maar dat het zich onder hun eigen voeten bevindt: dat is vaak een eyeopener.’
Aan de slag met erfgoed?
Adviseur Claudia Rison helpt je graag!
Lees hier meer over de les Archeoloog in de klas
